Het is zover! Vandaag keurde ik samen met mijn uitgever de cover van Hier wil ik zijn goed. Na een ruwe schets, alweer een paar weken geleden, volgden er een aantal versies. Iets met grote letters, kleinere letters, cursief, blauw, geel, veranderende windrichting, die ene vlag en dat haar…
Schaven
Er moest wel wat geschaafd worden en het heeft een paar feedbackrondes gekost, maar nu past de cover bij mijn gevoel en dekt voor een groot deel de lading van het verhaal. Het is dus allemaal prima gelukt, want wat is hij mooi geworden. Ik kan bijna niet wachten om hem te delen met iedereen. Maar…nog even geduld. Het onthullen van zoiets moet ook weer een momentje zijn. Dat doe je niet even tussendoor. Misschien ga ik nog wel wat teasen (of zelfs meerdere keren). Iedere dag een stukje digitaal ‘papier’ verwijderen of iets dergelijks. Daar heb ik al mooie voorbeelden van gezien en met de tools die ik van een collega auteur kreeg gaat het me vast wel lukken om daar wat creatiefs van te maken.
Redactie
Tijdens het schaven en daarna weer wachten op wat de illustrator met die feedback zou doen, heb ik niet stil gezeten. Mijn manuscript werd namelijk gelezen door een zogenaamde proeflezer+. Iemand die niet alleen maar leest om te bekijken of ze het een leuk verhaal vindt, maar ze kijkt ook meteen met een redactioneel oog. Heel prettig, want daardoor worden er al een paar foutjes uitgehaald. Dat ze niet heeft gezien dat ik drie bijpersonages (DRIE dus!) dezelfde voornaam heb gegeven, vergeef ik haar.
Begin januari had ik mijn manuscript van haar retour en kon ik zelf aan de slag. Ik ben met de stofkam door de tekst gegaan. Herschreef stukken, voegde iets toe (volgens de proeflezeres heel essentieel), maar haalde ook stukken weg. Tijdens dat hele proces heb ik toch nog flink wat darlings omgelegd.
En nu?
Nu is het weer afwachten totdat de volgende redacteur naar mijn manuscript heeft gekeken. Het zou natuurlijk kunnen zijn dat hij het helmaal niet eens is met wat ik heb toegevoegd, maar ik kan me bijna niet voorstellen dat hij het niet goed vindt. Ergens later deze maand, of in het uiterste geval begin april, krijg ik het manuscript terug en ga ik er nog eens goed voor zitten. Ik kijk er naar uit om nog een keer met Beau en Suzan op pad te gaan. Die twee personages zitten zo diep in mijn hart en vervelen nooit.
Nieuwsgierig geworden?
Hou mijn Instagram-pagina @irene_iswriting in de gaten. Daar deel ik de meeste feitjes en nieuws. Dus ook als er een boeklancering komt met presentatie ergens in de buurt van waar ik woon, vind je die informatie terug via mijn profiel. September is wel een maand om te arceren in je agenda. Ik heb alleen nog geen datum.
Nog een soort van toegift
In november van dit jaar geeft ‘mijn’ uitgever een verhalenbundel uit die de voorlopige (werk)titel ‘Ongelijke Stukken’ mee heeft gekregen. En ook in die bundel vind je een verhaal van mij. Twee publicaties in een jaar, 2 uitgeefcontracten in een jaar. Ik moet mezelf nog regelmatig even knijpen om me ervan te verzekeren dat dit allemaal echt gebeurt, maar wat een fijn traject is dit en wat een mooi vooruitzicht.
Liefs,
Irene